Welcome to my scrapworld

Becky Higgins' Project Life

Becky Higgins' Project Life
http://www.beckyhiggins.com/products/

Please link to my site if you copy text or pictures. Thanks.

© Ingrid Poppeliers - http://www.taalcreatief.blogspot.com/

zondag 21 maart 2010

Schrijfkriebels

Ik ben weer goed op dreef met mijn kinderverhaal. Had even een kleine writer's block, maar nu loopt het weer als een trein. Ik ben heel gedreven om het kinderverhaal dat ik nu aan het schrijven ben tot een leuk einde te brengen. En dan wil ik er graag mee naar een uitgever. Of eerst nog eens laten proeflezen door kinderen, maar ook volwassenen. Tot nu toe kreeg ik al hele goede en lieve reacties. Dat geeft me goede moed.

Alleen horen er bij dit verhaal tekeningen. Ik zie ze zo voor mijn ogen, maar van tekenen heb ik helaas geen kaas gegeten. Spijtig dat mijn vader niet meer leeft, want die kon prachtig vogels tekenen. Mijn verhaal gaat over 2 zwaluwtjes, grote broer wat eigenwijs en stoer, kleine zus wat onzeker en angstig. Samen trekken ze naar het zuiden.
Het verhaal moet wat humoristisch zijn, maar wil ook een boodschap meegeven. Bovendien leren kinderen wat meer over zwaluwen en de vogeltrek. Ik hoop echt dat het me gaat lukken met dit verhaal. Het is mijn levensdroom om schrijfster te worden. En nee, ik wil er niet mee wachten tot mijn pensioen ;-) Now is the time to make my dream come true.

Hieronder klein fragmentje uit mijn verhaal.
...
‘Hé kijk, ik zie een grote blauwe vlakte ginder ver !’ roept Mina enthousiast.
‘Dat is de zee !’ roept Rik uit.
De twee boerenzwaluwtjes vliegen er recht op af. Ze hebben nog nooit een zee gezien. Zoveel water bij elkaar, zo ver je kijken kan.
Een heleboel witte meeuwen cirkelen boven de zee en het witgele zand. Ze laten zich meedrijven op de zeebries.
Rik en Mina zijn blij dat ze aan zee zijn. Het is er zo anders dan thuis.
‘En wat doen we nu ?’ vraagt Mina nieuwsgierig.
‘We volgen de kustlijn naar het Zuiden. Zo komen we vanzelf in Afrika.’
Mina knikt. ‘Ja, laten we dat doen. Want in Afrika zijn de andere trekvogels. Daar moeten we heen.’

Ze vliegen maar door en door. Mina vindt de zee prachtig. De schittering van de zonnestralen op het golvende blauwgroene water. Tegen de avond zoeken de zwaluwtjes een plekje om te overnachten. In het duinriet vlakbij een vuurtoren nestelen ze zich knus bij elkaar. Met wat takjes en hun zakdoekjes hebben ze een gezellig slaapnestje gebouwd. De dag is bijna voorbij nu. De zon zakt als een rode vuurbal in de zee. De lucht kleurt prachtig purper en roze.
‘Wat mooi !’ zegt Mina vol bewondering.
‘Ja, prachtig’, knikt Rik.
Mina glimlacht gelukkig. ‘Ik houd veel van de zee. Ik wist niet dat het hier zo mooi was.’

’s Nachts ligt Mina dromerig te turen naar de grote gele bol in de donkere lucht. De heldere volle maan werpt haar licht op de donkere, zwarte zee. In de verte ziet Mina allemaal lichtjes. Van de vissersboten. Dat heeft grote broer haar verteld. Vissen worden ’s nachts gevangen. Arme vissen, dan kunnen ze niet eens rustig slapen. Ze moeten altijd opletten dat ze niet gevangen worden in de netten. Dan is hun leven voorbij. Amen.

De volgende morgen worden ze wakker van het gekrijs van de meeuwen. Er hangt een dikke mist boven de zee. De zon schijnt niet. De lucht is volgepakt met grijze wolken. De wereld is helemaal grauw en grijs. Zo is het aan zee veel minder mooi. Maar dat is niet zo erg. Ze moeten immers toch verder vliegen. Naar het Zuiden. Naar Afrika. En dat is goed, want daar zijn de andere trekvogels.

Rik en Mina vliegen en duiken door de lucht als volleerde acrobaten. Ze schieten goed op aan deze snelheden. De wind helpt hen ook een handje.
Plots merken ze een grote witte boot op. Hij ligt aangemeerd aan een rotsige kust.
‘Is dat een vissersboot ?’ vraagt Mina.
‘Neen, deze is veel groter dan een vissersboot,’ zegt Rik.
‘Er hangen trouwens geen netten om de vissen mee te vangen.’
Ze zien een groot gapend gat waar allemaal auto’s inrijden.
‘Kijk, die boot eet auto’s !’
‘Wat vreemd,’ kwettert Rik,’ kom, we gaan eens kijken.’

Ze strijken neer op één van de vele touwen op de kade. Mensen rijden hun auto’s in de grote gapende mond van de monsterboot. Ze zien er niet bang uit, sommige mensen lachen zelfs.
‘Waar zou die boot heen varen ?’ vraagt Mina zich af.
‘De zee over … naar een ander land,’ zegt Rik.
‘Misschien wel naar het Zuiden ? Misschien wel helemaal naar Afrika ?’ Mina’s oogjes lichten op van blijdschap. De zwaluwtjes zijn opgewonden. Dat zou mooi zijn. Bijna te mooi om te geloven

Geen opmerkingen:

Een reactie posten